Noodmaatregel Overbrugging voor Werkbehoud

Om de gevolgen van de ter voorkoming van verdere verspreiding van het coronavirus getroffen maatregelen te mitigeren, heeft het Nederlands kabinet een aantal steunmaatregelen opgetuigd. Eén daarvan is de Noodmaatregel Overbrugging voor Werkbehoud (NOW). Deze regeling vervangt de Werktijdverkorting (WTV). Waar de WTV uitging van werkverlies in uren, gaat de NOW uit van omzetverlies. Indien een aanvraag voor de WTV is gedaan, wordt die vanaf nu beschouwd als een aanvraag voor de nieuwe regeling. Toegekende vergunningen voor werktijdverkorting blijven gewoon van kracht. Bij verlengen van de aanvraag stapt de werkgever over naar de nieuwe regeling.

Met deze nieuwe maatregel kunnen werkgevers een aanvraag indienen bij het UWV voor een ‘substantiële tegemoetkoming in de loonkosten’ van zowel vaste als flexibele contracten, indien tenminste 20% omzetverlies wordt verwacht in een aaneengesloten tijdsbestek van drie kalendermaanden gedurende de periode van 1 maart tot en met 31 juli 2020 wegens buitengewone omstandigheden die in redelijkheid niet tot het normale ondernemersrisico kunnen worden gerekend, zoals de verstrekkende van overheidswege genomen maatregelen ten gevolge van de uitbraak van het coronavirus. Het UWV zorgt ervoor dat werkgevers die een aanvraag doen een voorschot van 80% ontvangen. Vanaf heden tot en met 31 mei 2020 kan een aanvraag voor deze subsidie ingediend worden bij het UWV.


Voorwaarden

Een aanvraag voor de NOW is verbonden aan een aantal voorwaarden:

  • De aanvrager verwacht tenminste 20% omzetdaling in een aaneengesloten tijdsbestek van drie kalendermaanden gedurende de periode van 1 maart tot en met 31 juli 2020. 
  • De omzetdaling (men gaat uit van de netto-omzet) van tenminste 20% moet zich voordoen over een aaneengesloten periode van drie maanden, waarvan de eerste dag valt op de eerste dag van de maanden maart, april of mei 2020. Werkgevers maken een definitieve keuze voor de meetperiode bij de aanvraag. Het is om deze reden van belang dat de werkgever vooraf een goede inschatting maakt wanneer de grootste omzetdaling zal plaatsvinden. De omzet in de meetperiode wordt vergeleken met de omzet over het kalenderjaar 2019 gedeeld door vier. 

Ondernemingen, die uit één rechtspersoon (of natuurlijk persoon) bestaan, met daaraan gekoppeld één loonheffingennummer, bepalen de verwachte omzetdaling voor deze onderneming en dienen één aanvraag in. 

Ondernemingen, die uit meerdere rechtspersonen bestaan, met daaraan gekoppeld meerdere loonheffingennummers, bepalen de verwachte omzetdaling voor het concern als geheel en dienen voor elke rechtspersoon met een loonheffingennummer een individuele aanvraag in. 

  • Op de werkgever (in principe alle ondernemingen in Nederland) rust een inspanningsverplichting om de loonsom zoveel mogelijk gelijk te houden. Het voorschot is gebaseerd op de loonsom van januari 2020. Als de loonsom over de maanden maart-april-mei lager is, zal het teveel aan subsidiebedrag worden teruggevorderd. Een hogere loonsom leidt niet tot een hogere subsidie. De loonsom van alle werknemers met sociaalverzekeringsloon komt in aanmerking voor de subsidie. Voor de berekening telt maximaal €9.538 bruto per maand van het loon per individuele werknemer mee. Ook aanvullende lasten en kosten zoals o.a. werkgeverspremies en werknemersbijdragen aan pensioen en de opbouw van vakantiebijslag worden gecompenseerd. Het UWV hanteert een forfaitaire opslag van 30% voor werkgeverslasten.
  • De werkgever committeert zich vooraf dat in de periode van 18 maart tot en met 31 mei 2020 de werkgever bij het UWV geen verzoek doet om toestemming te verkrijgen voor opzegging van een arbeidsovereenkomst wegens bedrijfseconomische redenen. Het niet nakomen van deze verplichting heeft gevolgen voor de hoogte van de subsidie. Het loon van de ontslagen werknemer wordt verhoogd met 50% en dat wordt in mindering gebracht op de totale loonsom waarop de uiteindelijke hoogte van de subsidie wordt gebaseerd.
  • De werkgever is verplicht de subsidie volledig aan te wenden voor het betalen van de loonkosten.
  • De werkgever is op grond van de regeling ook verplicht om aan de gemeente waarvan hij loonkostensubsidie ontvangt een melding te doen van de NOW-toekenning.
  • Tevens is de werkgever verplicht de ondernemingsraad, de personeelsvertegenwoordiging of bij het ontbreken daarvan de werknemers te informeren over de subsidieverlening. 


Hoogte van de tegemoetkoming in loonkosten

De hoogte van de tegemoetkoming in de loonkosten is afhankelijk van de terugval in omzet, maar bedraagt maximaal 90% van de loonsom. Als 100% van de omzet wegvalt, bedraagt de tegemoetkoming 90% van de loonsom van een werkgever. De hoogte van de subsidie is de uitkomst van de volgende formule: 

% verwachte omzetdaling x loonsom januari 2020 x 3 x 1,3 x 0,9

Er geldt een beslistermijn van 13 weken na ontvangst van de aanvraag. Het UWV streeft erna om de betaling van het voorschot van 80% binnen 2 à 4 weken na ontvangst van de volledige aanvraag uit te keren. Dit vindt plaats in ten hoogste drie termijnen.

Binnen 24 weken na afloop van de aaneengesloten periode van drie maanden vraagt de werkgever vaststelling van de subsidie via het UWV en wordt vastgesteld wat de daadwerkelijke omzetdaling is geweest en of aan alle werkgever opgelegde verplichtingen in het kader van de NOW is voldaan. Binnen 22 weken na ontvangst van het verzoek tot vaststelling wordt de definitieve subsidie vastgesteld. Bij de afrekening kan sprake zijn van terugvordering of nabetaling. De volgende formule wordt toegepast:

% werkelijke omzetdaling x loonsom 1 maart 2020 t/m 31 mei 2020 x 1,3 x 0,9


Tot slot

Wees bedacht op het feit dat deze regeling als doel heeft behoud van werkgelegenheid en dat ontslag in welke vorm dan ook, bijvoorbeeld ontslag met wederzijds goedvinden of instemming, vanwege bedrijfseconomische redenen niet rijmt met deze doelstelling. Het resulteert zelfs in een boete van 150% van het loon van de werknemer waarvoor ontslag is aangevraagd. Het loon van de ontslagen werknemer plus de vermeerdering van 50% wordt in mindering gebracht op de totale loonsom waarop de hoogte van de subsidie wordt gebaseerd.

Ontslag op staande voet of een beëindiging van de arbeidsovereenkomst op andere dan bedrijfseconomische gronden zijn nog steeds verenigbaar met deze regeling. Hetzelfde geldt voor een arbeidsovereenkomst dat van rechtswege eindigt in de periode van de regeling of de proeftijdontslag. Dit heeft wel als gevolg dat de loonsom lager kan uitvallen waardoor een lagere subsidie wordt vastgesteld. Echter, indien de omzetdaling uiteindelijk hoger blijkt dan vooraf is ingeschat, kan alsnog sprake zijn van een hogere vastgestelde subsidie.

Voer als werkgever een zodanig controleerbare administratie met betrekking tot de omzet en loonsom, zodat achteraf gecontroleerd kan worden of een subsidie terecht is verstrekt. Een verstrekte voorschot kan namelijk geheel of gedeeltelijk worden teruggevorderd, indien dit ten onrechte of voor een te hoog bedrag is verstrekt of indien niet aan de verplichtingen is voldaan. De subsidievaststelling kan worden ingetrokken en ten nadele van de werkgever worden gewijzigd, indien de werkgever door zijn handelen of nalaten tijdens of na de periode waarover hij subsidie heeft ontvangen, geacht wordt niet te hebben voldaan aan het doel van deze regeling.

Geen reactie's

Geef een reactie